-
1 neerleggen
1 [op iets leggen] put/lay/set (down)3 [met iets ophouden] lay/put down4 [doden] down5 [betalen] put/plunk down ⇒ deposit6 [juridisch] deposit♦voorbeelden:1 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 〈 figuurlijk〉 het hoofd erbij neerleggen • resign oneself to something〈 figuurlijk〉 een bevel naast zich neerleggen • disregard/ignore a command3 het commando neerleggen • lay down/relinquish commandhet werk neerleggen • stop work, knock off (work); 〈 gaan staken〉 go on strike; 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 down tools5 ik heb tien gulden moeten neerleggen • I had to put/plunk down ten guilders7 voorwaarden in een aantal artikelen neerleggen • set down stipulate conditions in a number of articlesII 〈wederkerend werkwoord; zich neerleggen〉♦voorbeelden:1 zich neerleggen bij de feiten/situatie • reconcile oneself to the facts/situation -
2 schikken
2 [maatregelen treffen] arrange3 [regelen door middel van een compromis] settle♦voorbeelden:2 kunt u het zo schikken dat ik vrijdag kan komen? • could you arrange for me to come on Friday?II 〈wederkerend werkwoord; zich schikken〉1 [zich plaatsen op doelmatige wijze] settle (oneself)♦voorbeelden:zich in het onvermijdelijke/zijn lot schikken • resign oneself to the inevitable/one's fatezich naar iets/iemand schikken • go along with something/someonezich naar de omstandigheden schikken • adapt oneself to the circumstances2 [houding aannemen] move♦voorbeelden:schikt twee uur jou? • will two o'clock be convenient for you?2 schik eens wat naar links • move a little to the left, will you? -
3 berusten in zijn lot
berusten in zijn lot————————berusten in zijn lotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > berusten in zijn lot
-
4 berusten
1 [+ op] [steunen op] rest on ⇒ be based/founded on2 [zich schikken in] resign oneself to♦voorbeelden:dit moet op een misverstand berusten • this must be due to a misunderstandingdeze stelling berust nergens op • this proposition is groundlessberusten in zijn lot • resign oneself to one's fatede wetgevende macht berust bij het parlement • legislative power rests with parliament -
5 berusten
v. reside, consent, resign oneself; base, found, establish -
6 zich nederleggen bij
v. resign oneself -
7 berusting
♦voorbeelden:met berusting zijn lot dragen • resign oneself to one's fate -
8 het hoofd erbij neerleggen
het hoofd erbij neerleggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het hoofd erbij neerleggen
-
9 lot
2 [bewijs van aandeel in een loterij] lottery-share/-bond4 [voorwerp waarmee geloot wordt] lot, die♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 een lot uit de loterij trekken • draw a lucky number, back a winnerdoor/volgens het lot aanwijzen • determine/appoint by lothet lot tarten • tempt fatehet lot is hem niet gunstig gezind • the dice are loaded against him6 iemand aan zijn lot overlaten • leave someone to fend for himself/to his fatezich iemands lot aantrekken • take pity on someoneberusten in zijn lot • resign oneself to one's fatezijn lot verbinden aan • throw/cast in one's lot withzich in zijn lot schikken • accept/embrace one's lot/destinymet zijn lot tevreden zijn • accept/be satisfied with one's lot -
10 met berusting zijn lot dragen
met berusting zijn lot dragenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met berusting zijn lot dragen
-
11 onvermijdelijk
♦voorbeelden:dat loopt onvermijdelijk fout • that is bound to go wrongzich in het onvermijdelijke schikken • resign oneself to/bow to the inevitable -
12 verzoenen
♦voorbeelden:zich met iemand verzoenen • become reconciled with someone, make it up with someonezich verzoenen met zijn lot • resign oneself to one's fate -
13 zich in het onvermijdelijke schikken
zich in het onvermijdelijke schikkenresign oneself to/bow to the inevitableVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich in het onvermijdelijke schikken
-
14 zich in het onvermijdelijke/zijn lot schikken
zich in het onvermijdelijke/zijn lot schikkenresign oneself to the inevitable/one's fateVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich in het onvermijdelijke/zijn lot schikken
-
15 zich verzoenen met zijn lot
zich verzoenen met zijn lotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich verzoenen met zijn lot
-
16 nemen
1 [beetpakken] take2 [in genoemde toestand brengen/laten verkeren] take3 [het genoemde (gaan) doen] take4 [nuttigen] have6 [aanvaarden] take8 [op zijn weg passeren] take9 [op genoemde wijze opvatten] take♦voorbeelden:een kind op de arm nemen • take a baby/child in one's arms〈 figuurlijk〉 neem mijn vader nou • now, take my fathermen neme … • take …in behandeling nemen • start treatingiets op zich nemen • undertake (to do) something; 〈 verantwoordelijkheid〉 take something (up)on oneselfiets ter hand nemen • take something in hand/something upiets tot zich nemen • take somethingvoor zijn rekening nemen • deal with, account foruit elkaar nemen • take apart3 maatregelen nemen • take steps/measuresde moeite nemen om • take the trouble toontslag nemen • resignplaats nemen tussen/in • sit (down)/take a seat between/inwat neem jij? • what are you having?neem nog een koekje • (do) have another biscuiteen krant nemen • take/subscribe to a newspapereen dag vrij nemen • have/take a day offiemand tot man, vrouw nemen • take someone as one's husband/wifedat neem ik niet! • I'm not standing for that!je moet de Engelsen nemen zoals ze zijn • you must take the English the way they are7 de bus nemen • catch/take the/go by buseen taxi nemen • get/take a/go by taxiiemand tot voorbeeld nemen • take someone as an exampleiets niet zo nauw nemen • not bother oneself much about something, not be overparticulariemand (niet) serieus nemen • (not) take someone seriouslyalles bij elkaar genomen • all things consideredstrikt genomen • strictly (speaking)over het geheel genomen • all in alliets ter harte nemen • take something to heart10 〈 religie〉 de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen • the Lord gave, the Lord hath taken awayiemand het leven nemen • take someone's lifeeen stad nemen • take/capture a city¶ hij nam haar van achteren/met geweld • he took her from behind/by forcewat dacht je? ik neem het er maar eens van • you bet, I'm doing myself proud/I'm helping myself, ( 〈 slang〉 to the goodies)iemand ertussen nemen • pull someone's leghet er (goed) van nemen • live well
См. также в других словарях:
resign oneself — index bear (tolerate) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
resign oneself to — index comply, endure (surfer) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
resign oneself to — Syn: reconcile oneself to, come to terms with … Synonyms and antonyms dictionary
resign oneself — {v. phr.} To stop arguing; accept something which cannot be changed. * /When Jane s father explained that he could not afford to buy her a new bicycle, she finally resigned herself to riding the old one./ Compare: GIVE UP … Dictionary of American idioms
resign oneself — {v. phr.} To stop arguing; accept something which cannot be changed. * /When Jane s father explained that he could not afford to buy her a new bicycle, she finally resigned herself to riding the old one./ Compare: GIVE UP … Dictionary of American idioms
resign oneself — verb To give up, stop resisting and come to accept. He resigned himself to his fate and began the long walk home to face his wife … Wiktionary
resign oneself — (Roget s IV) v. Syn. submit, become reconciled, accept, acquiesce; see agree to , yield 1 … English dictionary for students
resign\ oneself — v. phr. To stop arguing; accept something which cannot be changed. When Jane s father explained that he could not afford to buy her a new bicycle, she finally resigned herself to riding the old one. Compare: give up … Словарь американских идиом
resign oneself — submit without complaint, not fight against, accept quietly … English contemporary dictionary
resign — [ri zīn′] vt. [ME resignen < MFr resigner < L resignare < re , back + signare, to SIGN] 1. to give up possession of; relinquish (a claim, etc.) 2. to give up (an office, position, etc.) vi. to give up an office, position of employment,… … English World dictionary
be resigned or resign oneself to — accept that something undesirable cannot be avoided. → resign … English new terms dictionary